VERSLAG:
Bryan Adams - 1/10 - Ahoy'
Eerder dit jaar was de Canadese rockveteraan Bryan Adams nog in onze hoofdstad, voor een concert in de HMH. Of, zoals hij het zelf noemt, “some small place in Amsterdam”. Maar Adams mag dat zeggen. In de VS trekt het meest succesvolle muzikale exportproduct van Canada nog altijd volle stadia, ook al heeft hij er in jaren geen hit gehad. In Europa prijkte zijn nieuwe album, getiteld ‘11’, afgelopen voorjaar in veel landen in de bovenste regionen van de verkooplijsten. Opmerkelijk aan ‘11’ is de hernieuwde samenwerking met zijn vaste coauteur uit de jaren ‘80, Jim Vallance, met wie Adams onder andere rockklassiekers schreef als ‘Run To You’, ’Heaven’ en ‘Summer Of ‘69’. Mickey Curry en Keith Scott, al ruim twintig jaar de vaste drummer en gitarist van Adams, zijn op ‘11’ minder te horen dan op andere albums, maar draaien live nog steeds op volle toeren mee. Zo ook in Ahoy’, dat inmiddels bekend terrein is voor de Canadezen.
Maar eerst het voorprogramma. Het lukt de organiserende partijen maar zelden om een geschikt voorprogramma te vinden voor Bryan Adams. Ook dit keer is de keuze twijfelachtig, want Black Daniel vindt nergens aansluiting bij de muziek van Adams. De deels Londense, deels New Yorkse band put zijn inspiratie grotendeels uit Engelse bands. Vergelijkingen met Blur, Stone Roses, The Happy Mondays, Oasis, The Fall en The Streets zijn snel gemaakt, maar nergens bereikt Black Daniel het niveau van ook maar één van die bands. Eigenlijk is Black Daniel vooral een electro-act, die er met één gitaar, wat synths en een drumcomputer aardig in slaagt om iets van een ‘bandgeluid’ te produceren. Ondanks redelijk leuke liedjes is de sound erg gedateerd, maar net niet genoeg om retro te zijn. Tien, vijftien jaar geleden was Black Daniel hier mee weggekomen. De Bryan Adams-fans kunnen echter weinig met deze nostalgie voor de Madchester-scene.
Geheel tegen verwachting in verschijnt Bryan Adams tijdens het eerste nummer niet op het reguliere podium, maar op een klein podiumpje achterin de zaal. Gewapend met enkel een akoestische gitaar gaat de show van start met ‘Can’t Stop This Thing We Started’. Tijdens eerdere tours vond deze akoestische set, met daarin meestal ‘(Everything I Do) I Do It For You’, doorgaans halverwege het concert plaats. Nu doet Adams het dus even anders. Met een ingetogen versie van de powerballad ‘Please Forgive Me’ gaat de rockster verder. Na de aankondiging van het derde lied, ‘The Best Of Me’, begint de band van Adams op het grote podium te spelen en begeeft Bryan zich al zingend naar de overkant van de Ahoy’, onder veel bijval van het publiek. Hij kan het niet laten om even in het publiek te springen en met camera’s van deze bezoekers foto’s van zichzelf te maken. Dan middels een laddertje het podium op en verder rocken. Bryan Adams heeft geen vuurwerk of imposante lichtshow nodig om een goede entree te maken, dat is duidelijk.
Eigenlijk is Bryan Adams de enige die de door de radio en coverbandjes vermaakte clichénummers als ‘Summer Of ‘69’ en ‘(Everything I Do) I Do It For You’ nog met overtuiging kan spelen. Wel haalt hij de context van het voortreffelijk gespeelde ‘Summer Of ‘69’ behoorlijk uit zijn verband. “Me and my baby in a 69! That‘s the whole story right there!,” sputtert Adams tegen beter weten in. Met de chemie tussen Adams en zijn bandleden, en dan vooral met Keith Scott, zit het wel goed. Adams en Scott zijn beide uitmuntende gitaristen en twee handen op één buik, dus ze proberen elkaar niet de loef af te steken. Het tweetal poseert uitgebreid met diens instrumenten en die energie komt rocknummers als ‘Hearts On Fire’, ‘Somebody’, ‘Take Me Back’ en ‘Cuts Like A Knife’ alleen maar ten goede. Tijdens ‘Kids Wanna Rock’ komt die gebundelde energie massaal vrij en krijgt Mickey Curry de kans om zich uit te leven op zijn drumstel. Tijdens passages van ‘Somebody’ en ‘Let’s Make A Night To Remember’ ziet Keith Scott de kans schoon om zijn raptalent te tonen aan het Nederlandse publiek. “We noemen hem 40,” grapt Adams. “40 Cent.”
Veel artiesten vinden het leven onderweg maar zwaar en uitputtend. Adams lijkt ervoor te leven. Jaar na jaar zwerft hij de wereld rond en overal zijn de reacties laaiend. Zelfs de publieksparticipatie bij ‘When You’re Gone’, waarbij Adams een meisje uit het publiek laat meezingen, is na een jaar of tien nog steeds grappig. De jonge, blonde dame die vanavond (net als vier jaar geleden!) dienst doet als wannabe-Melanie C heet Esther Scheerder en komt uit Didam. Terwijl ze het podium opklimt speelt Adams een minder bekend nummer uit zijn repertoire, het erg dubbelzinnige ‘If Ya Wanna Be Bad Ya Gotta Be Good’. Voor ‘It’s Only Love’, dat Adams in 1984 op plaat zette met Tina Turner, heeft hij geen duetpartner nodig. Keith verzorgt de tweede stem, dat hem overigens beter afgaat dan rappen.
Opmerkelijk tijdens deze tour is dat ‘(Everything I Do) I Do It For You’ weer als volwaardig nummer op de setlist staat. Adams zag het jarenlang als een verplicht nummertje en vond dat een eenvoudige akoestische versie voldeed. Met een uitgebreide bandversie van zijn grootste hit, lijkt het erop dat Adams het overschaduwende succes ervan voor lief heeft genomen. Mogelijk ook als eerbetoon aan coauteur/componist Michael Kamen. Een ander eerbetoon is er in de vorm van ‘Heaven’, dat wordt opgedragen aan de in 2002 overleden Nederlandse muziekjournalist Jip Golsteijn. Bryan ontmoette hij Golsteijn tijdens zijn eerste bezoek aan Nederland en de twee spraken urenlang over muziek die zij mooi vonden. Nutteloos popfeitje; net als de wijlen Telegraaf-journalist bespeelt Bryan Adams mondharmonica.
Het aantal recente nummers dat Adams vanavond speelt is op één hand te tellen. De hit ‘Here I Am’, uit de jammerlijk geflopte animatiefilm ‘Spirit - Stallion Of The Cimarron’ uit 2002, is één van de jongste liedjes die voorbij komen. Van het ietwat matige studioalbum ‘11’ speelt Adams ‘Ain’t Losing The Fight’, dat in een liveversie fier overeind blijft staan en zelfs de plaatversie in aantrekkelijkheid overtreft. Waar Bryan tijdens concertreeksen vanaf 2004 veelvuldig nummers van het vorige album, ‘Room Service’, aanhaalde, lijkt de Canadees deze nu te mijden. Vooral hits en rockklassiekers lijkt het devies. Bryan Adams vindt nog ruimschoots voldoening en speelplezier in deze oudjes en dat is ook wat het publiek graag wilt horen van “The Groover from Vancouver“. Everywhere he goes, the kids wanna rock!
FOTOGRAFIE:
RPWL - 1/10 - NIEUWE NORWoensdag 1 oktober stond de groep RPWL in de Nieuwe Nor in Heerlen. Joost...
JAMES BLUNT - 30/9 - HEINEKEN MUSIC HALL De britse popzanger en songwriter James Blunt heeft de afgelopen paar jaar...